Autoreis Europa

Ik heb nog geen rijbewijs. Dat heeft me er nooit van weerhouden om een waar auto avontuur door Europa te plannen. Zodra ik het inmiddels roze pasje in mijn zak heb, koop ik een leuk autootje (type jeep) en rijd ik Europa in. Gewoon gaan rijden, geen hotels reserveren of strakke planningen aanhouden. Er zijn zoveel plekken in Europa die ik nog wil zien, een autoreis is de perfecte manier om alles rustig te bewonderen.

Via Antwerpen en Brussel vertrek ik richting het zuiden. Beide steden heb ik al eens gezien en daar hoef ik dan ook niet echt uit te stappen. Misschien om een doos bonbons of een Vlaams frietje te halen. Mijn eerste stop wordt Parijs, de lichtstad. Tegen de avondschemering rijd ik de stad binnen om de Eiffeltoren zijn lichtshow te zien opvoeren. Over de prachtig verlichte Champs-Elysées op zoek naar een hotelletje voor een nacht. De volgende dag wordt een lange dag, ik wil namelijk heel graag naar Disleyland. Ik hou d’r van, ik ben er al vaker geweest en ook bij Mirabilandia in Italië, Port Aventura in Spanje, Universal Studio’s in Florida en uiteraard Moviepark in Duitsland. Pretparken horen bij vakantie.

Nog even shoppen in de leukste straatjes van Parijs en dan door naar de volgende leuke plek. Door Bourgondië, daar is vast veel te zien en te beleven. Ik zie mezelf al zitten aan een lekker diner met een goed glas wijn en uitzicht over de heuvels. Wie weet vind ik een mooi oud kasteel om in te overnachten of juist een schattige boerderij. De reis gaat door richting de Franse Riviera, maar onderweg haal ik een frisse neus aan het meer van Genève. Even de beentjes strekken en een hapje eten, zodat ik er ’s avonds tegenaan kan in de casino’s en clubs van Monte Carlo, Monaco. 

Daarna een paar dagen flaneren op de boulevards van Nice, Cannes en Saint-Tropez. Met een boot de Middellandse Zee op, snorkelen en duiken. Jacques Cousteau’s favoriete duikplekje zou hier in de buurt zijn. Onderwatercamera mee en mooie plaatjes schieten.

Meer hoef ik niet te zien van Frankrijk, dus ik rij direct door naar Barcelona, mijn stadje. Kan ik niet overslaan en moet ik een paar dagen blijven. De echte attractie aan deze kust van Spanje is Valencia. Daar ben ik nog nooit geweest en dat schijnt ook een hele leuke stad te zijn. Hier komt de paella vandaan. Nou hou ik niet van zeevruchten, dus ik ga op zoek naar een tentje waar ze een speciale voor mij willen maken. Toen ik een paar jaar geleden op Mallorca was, maakte de restauranthouder speciaal voor mij een paella met konijn en die was zo lekker. Verder is Valencia een fotogenieke stad met mooie moderne architectuur, zoals het Ciutat de les Arts i les Ciències (foto). 

Door naar Madrid, wat me niet heel erg trekt eerlijk gezegd. Maar als je dan toch met zo’n reis bezig bent, kun je net zo goed maar gelijk gaan. Ben je daar ook weer vanaf. En misschien is het wel heel erg leuk. Ik verheug me veel meer op het zuiden van Spanje. Vanaf Madrid rijd ik via Toledo, Córdoba en Granada naar Málaga. Dit gebied in Andalusië barst van de cultuur en geschiedenis, met allerlei Moorse invloeden. De natuur is overweldigend mooi, bergen met sneeuwtoppen maar ook droge gebieden. Olijf- en sinaasappelbomen en zonnebloemvelden. Overal leuke dorpjes met witte huisjes.

Sevilla is de feeststad van het zuiden dus hier kan ik ook wel een paar dagen blijven. Het is de stad van zowel de flamenco als de tapas, dus ik zal me hier zeker vermaken. Dansen doe ik graag en tapas eten in één van de 1000 tapastentjes van de stad wil ik ook wel. 

Portugal is vlakbij en met dat weer is een strand geen gek idee. De kust van de Algarve is prachtig rotsachtig, het water puur en turquoise. Elke dag op een ander strandje liggen kan hier prima. Tussendoor leer ik eindelijk eens vis eten, dat moet hier wel lukken met zoveel verschillende visgerechten. 

Laatste plaats op het lijstje is Lissabon, schijnt ook een geweldige stad te zijn. Het is gebouwd op een paar heuvels, dus met een trammetje naar boven en genieten van het uitzicht over de stad. Eten in een fadorestaurant en luisteren naar de muziek tot in de kleine uurtjes en ’s ochtends rustig aan de haven zitten schrijven. In totaal heb ik er dan al bijna 5000 kilometer op zitten. Vanaf Lissabon rijd ik weer terug naar huis. Of niet.