Voor een echte geschiedenislover als ik, is Berlijn een
must-see. Het is het toneel geweest van allerlei belangrijke gebeurtenissen in de
Europese geschiedenis, naast natuurlijk de veelbesproken Tweede Wereldoorlog.
Ook
in onze moderne tijd is Berlijn een indrukwekkende stad. Sowieso vind ik
Duitsland een goed en interessant land. Dingen als openbaar vervoer en scholing
zijn goed geregeld en het is het eerste Europese land met een vrouwelijke
minister-president. Behalve deze praktische en saaie dingen heb ik nog meer
redenen om naar Berlijn te gaan. Het uitgaansleven schijnt er geweldig te zijn,
Berlijn heeft zich de laatste jaren ontpopt tot ware modestad en vanwege de
grote diversiteit in de bevolking is er op straat veel te zien.
Natuurlijk ga je eerst langs de bekendste bezienswaardigheden,
de Reichstag en de Brandenburger Tor bijvoorbeeld. De Gendarmenmarkt moet ik
zien; een groot plein met drie kolossale gebouwen rondom. Ik hou ervan dat de
dingen in Duitsland altijd groot en massief worden opgezet. Vorig jaar was ik
in Koblenz bij de Deutsche Eck en daar stond ook al zo’n belachelijk groot
monument voor één of andere koning (volgens mij Wilhelm I).
Ontspannen in een mooie omgeving doe je in Friedrichshain. Er
is een fraai aangelegd park en de buurt rondom het park is één groot openluchtmuseum.
Je vindt hier de East Side Gallery, een 1,3 km lang deel van de Berlijnse Muur dat nu als
monument voor de vrijheid geldt. Het is beschilderd door 102 artiesten en een
geweldige plek om foto’s te maken. Door de vele restaurants, cafés en clubs kun
je je in Friedrichshain vermaken tot diep in de nacht.
Hier wordt ook duidelijk dat Berlijn een echte alto-stad is. Ze houden hier van punk en metal en gedragen zich er ook naar. Muziekfestivals op straat en in parken, de bekende kledingstijlen, krakers en skaters. En waar skaters zijn, is ook hip hop. De hip hop scene heeft zich in Duitsland de laatste jaren sterk ontwikkeld en dat zie je ook terug in Berlijn. De buurten met de leukste subcultuur zijn behalve Friedrichshain, Neukölln, Kreuzberg en Prenzlauer Berg.
Voor het gemak of voor maximale impact hebben ze vijf
neoklassieke musea op een eiland gebouwd (Museumsinsel). Vanaf het begin van de
19e eeuw waren Duitse archeologen actief met opgravingen in onder andere
het Midden Oosten (zie ook Griekse eilanden) en veel van hun bevindingen vind
je in het Pergamonmuseum. In de andere musea vind je naast klassieke voorwerpen
ook Duitse kunst. Een geschiedenis- of kunstliefhebber kan dit eiland dus zeker
niet overslaan.
Tijdens het researchen van deze trip kwam ik een vreemde foto
tegen. Een aquarium van ongeveer 8 verdiepingen hoog, de Aquadom bij
Alexanderplatz. Weer zo’n voorbeeld van de Duitse grootsheid. Moet ik toch een
keer van dichtbij zien, al is het maar omdat het zo belachelijk is.
Frederik de Grote (1712 – 1786) was koning van Pruisen en
heerste vanuit Berlijn, maar vond de stad toch niet zo’n gezellige woonplaats.
Geen probleem, hij bouwde gewoon een ‘buitenhuisje’ iets buiten de stad. Zo ontstond
het majestueuze paleizencomplex in Potsdam. Ook zijn opvolgers vonden Potsdam
een lekker toevluchtsoord en bouwden er van alles. Inmiddels is het een
gigantisch geheel met parken, paleizen, musea en allerlei andere gebouwen. Je
kunt je hier dagenlang vergapen aan al dat moois.
Shoppen doe ik in de bekendste winkelstraat van Berlijn: Friedrichstraße. Niet alleen is het
een mooie straat waarin de architectuur van de jaren 20 wordt vermengd met moderne,
je vindt hier ook alle winkels die je nodig hebt. Voor meer exclusieve mode ga
je naar de Kastanienallee, waar de moderne designers gevestigd zijn. Ook deze
straat is vanwege zijn schoonheid al de moeite waard.
Zo lekker dichtbij dat moet je toch zeker een keer gedaan hebben allemaal.
BeantwoordenVerwijderenDat klinkt erg uitnodigend. Moet wel indrukwekkend zijn. Ben benieuwd.
BeantwoordenVerwijderen